Eigenschappen van de nabestaande - Rouwbehandeling

Eigenschappen van de nabestaande

  • Emotionele gevoeligheid

    Je hoort of leest wel eens iets over mensen die heel goed tegen tegenslagen kunnen en onder de meest ellendige omstandigheden nog goed functioneren. Aan de andere kant zijn er ook mensen die kwetsbaarder zijn: voor wie een relatief kleine tegenslag al tot spanning, angst of verdriet leidt. Deze mensen verschillen in emotionele gevoeligheid; de mate waarin zij uit balans raken van tegenslag. Sommige mensen raken heel snel uit balans, andere mensen ogenschijnlijk nooit. Iedereen heeft een bepaalde mate van emotionele gevoeligheid die mede bepaalt hoe iemand met een verlies omgaat.

  • Zelfvertrouwen

    Sommige mensen hebben veel zelfvertrouwen en kunnen zich goed alleen redden, terwijl andere mensen weinig zelfvertrouwen hebben en vaak steun van anderen nodig hebben. Ook zelfvertrouwen is een persoonskenmerk dat van invloed is op verliesverwerking. Zo is het bijvoorbeeld voor te stellen dat mensen die weinig zelfvertrouwen hebben en die altijd erg op hun partner hebben geleund, na het overlijden van de partner meer moeite hebben om het verlies te verwerken dan mensen die veel zelfvertrouwen hebben en die minder van de overledene afhankelijk zijn geweest.

  • Hechtingsstijl

    Hechting verwijst naar de langdurige relaties met anderen. Sommige mensen hebben een veilige gehechtheid: zij vertrouwen erop dat er andere mensen (een partner, een ouder, een intieme vriend) zijn die om hen geven en er voor hen zijn. Andere mensen hebben een onveilige gehechtheid: zij hebben moeite om andere mensen te vertrouwen en houden liever wat afstand tot anderen. Meestal komt dat door vervelende ervaringen met ouders in de kindertijd, bijvoorbeeld ouders die heel afwijzend waren. Hechtingsstijl is van invloed op de rouw. Hoe? Iemand met onveilige gehechtheid zal na het verlies van een dierbare minder snel steun zoeken en vertrouwen hebben in de hulp van anderen. Mensen met veilige gehechtheid zullen dat makkelijker kunnen.

  • Manieren van coping

    Coping verwijst naar manieren waarop mensen met problemen omgaan. Voorbeelden van drie positieve en helpende coping strategieën zijn: aanvaarden (problemen onder ogen zien), actief aanpakken (actief proberen problemen op te lossen) en sociale steun zoeken (hulp van andere mensen inschakelen). Voorbeelden van drie negatieve, niet helpende coping strategieën zijn: vermijden (het probleem ontkennen of ervoor weglopen), verdoven (zichzelf bedwelmen met middelen of activiteiten waardoor het probleem niet meer ervaren wordt) en piekeren (blijven malen over het probleem zonder er iets aan te doen of het te aanvaarden). Mensen hebben gewoonlijk een paar manieren van coping die ze bij veel problemen gebruiken.