“De hele dag voelde als een slechte droom waar maar geen einde aan kwam”

Sjoerd was erbij toen zijn zusje Anna op vijfjarige leeftijd overleed tijdens een auto-ongeluk. Zelf was Sjoerd op dat moment pas zes jaar oud. In zijn jeugd was er heel weinig aandacht voor Sjoerd zijn rouwproces. Daarom wil hij zich inzetten voor iedereen die een broertje of zusje verloren heeft en ervoor zorgen dat zij wel de professionele hulp en aandacht krijgen die ze verdienen.

“Op 14 oktober 1990 hangen we plotseling doodstil ondersteboven in de autogordel. Ik weet de gordel los te krijgen en val in het glas dat in onze bordeauxrode Renault 5 ligt. Ik vraag mijn ouders waar Anna is, maar krijg geen reactie. Ik roep nog een keer. Nog steeds geen reactie. Ik ga in m’n eentje op zoek naar haar. Op zo’n vijftig meter afstand van de auto vind ik mijn zusje.”

“Anna ligt op haar rug in een enorme plas bloed, midden op de snelweg. Ik zie bellen bloed uit haar mond komen. Ik ben pas zes jaar en sta als een rietje te trillen. Ontredderd en geen idee wat ik moet doen. Gelukkig schiet er na enkele minuten een huisarts, die toevallig achter ons reed, te hulp en hij begint direct met reanimeren. De ambulances zijn relatief snel ter plaatse.”

Anna was overleden
“Van mijn ouders weet ik niet meer wat ze op dat moment deden en hoe ze uit de auto zijn gekomen. Wat ik me wel herinner, is dat we even later samen in een ambulance zaten. Anna lag in de ambulance die voor ons reed. Het leek eeuwig te duren voor we in het Universitair Medisch Centrum Utrecht waren. Daar kwam er af en toe kwam een update. Een man of vrouw in een witte jas vertelde hoe het met Anna ging. Het was laat in de avond toen de arts ons vertelde dat Anna was overleden. Mijn zusje en beste vriendin was niet meer.”

“Toen kwam het moment waarop we voor het eerst zonder Anna waren. We reden zonder haar naar huis. Ik was totaal in shock, begreep niet wat er allemaal gebeurde. De hele dag voelde als een slechte droom waar maar geen einde aan kwam.”

Kinderdingen doen
“Ik wilde als zesjarig jongetje het liefst dat alles zo snel mogelijk weer normaal werd. Maar dat werd het niet. Mijn ouders werden opgeslokt door hun verdriet. Ik verloor mijn zusje en kreeg er verdriet en ruzies tussen mijn ouders voor terug. Mijn eigen verdriet kon ik niet toelaten. Ik wilde door en vooral niet naast huilende ouders bij het graf van mijn zusje staan. Ik wilde spelen en kinderdingen doen.  Maar met vriendjes spelen wilde ik niet. Ik speelde graag de hele dag met Lego. En dan het liefst alleen.”

“Nu ik zelf twee jonge kinderen heb in precies dezelfde leeftijdsverhouding en ook broer en zusje besef ik pas hoe eenzaam ik als kind geweest ben. Het ongeluk en de periode die volgde hebben een diepe, permanente indruk op mij gemaakt.”

Geen makkelijke start
“In de jaren na het ongeluk zijn mijn twee broertjes Marius en Edo geboren. In het begin vond ik het ingewikkeld om me te hechten aan deze twee fantastische broers. Ook had ik veel last van schuldgevoelens. Was ik wel lief genoeg geweest voor Anna? Waarom leef ik wel en zij niet? We verhuisden kort na de geboorte van mijn jongste broertje naar een piepklein dorpje in Friesland, dicht bij het dorp waar Anna begraven is. Ver weg van mijn vriendjes en klasgenoten. Het is geen makkelijke start in het leven geweest. Het was een jeugd waarin ik veel afscheid heb moeten nemen en veel eenzaam ben geweest.”

Een oerknal
“Lang heb ik mezelf wijsgemaakt dat het ongeluk na zo’n meer da 30 jaar geen invloed meer op me had, maar bepaalde patronen in mijn leven zijn overduidelijk terug te voeren op hoe ik met de dood van Anna omging en ga. 14 oktober 1990 is voor mij een gitzwarte dag. Een dag die als een oerknal altijd door mijn leven zal blijven echoën. De echo wordt met de jaren minder luid, maar blijft altijd aanwezig.”

Verdrietige inzichten

“Ook bracht zelf ouder worden mij nieuwe inzichten. De geboorte van mijn dochtertje en zoontje veranderde alles. Plots ben je geen kind meer, maar een ouder. Je staat opnieuw stil bij alles wat je jeugd gevormd heeft. Je krijgt een kans het op je eigen manier te doen, maar je spiegelt ook met je eigen jeugd. Dit mentale pad bewandelen is niet alleen maar leuk. Het brengt ook verdrietige inzichten.

“De hele dag alleen met Lego willen spelen staat voor mij symbool voor de hulp die ik (niet) kreeg bij het rouwen om de dood van mijn zusje. Die hulp was er maar weinig of niet. Mijn ouders waren druk met hun eigen verdriet. En ik met het mijne. Er was geen gevoel van samenzijn in ons gezin en dat is eigenlijk altijd zo gebleven. Het andere inzicht is dat ik moeite heb om me te hechten en binden. En dat heb ik moeten accepteren.”

Een door jezelf gecreëerde bubbel

“Die dag 34 jaar geleden heeft mij gevormd tot wie ik nu ben. Ik ben een extravert persoon en vind het leuk nieuwe mensen te leren kennen, maar ik ben ook het liefst dagen achter elkaar alleen. Pas sinds een jaar of twee snap ik waarom. Als je alleen bent, kan je niemand verliezen. Geen ouders om je heen die ruzie maken. Alleen zijn is veilig. Je leeft tijdelijk in een door jezelf gecreëerde bubbel. Het is een patroon geworden dat lastig is te veranderen, omdat het zo diep in wie ik als persoon ben zit.”

Een luisterend oor

“Ik wens ieder broertje of zusje de hulp toe die ik als kind zo hard nodig had. Een luisterend oor of contact met een lotgenoot. Je kan de pijn van een kind dat net een broertje of zusje heeft verloren, niet verzachten. Maar de manier waarop je met die pijn leert omgaan, is bepalend voor je leven en misschien wel een van de kostbaarste dingen die je aan een kind kan meegeven.”