Bij uitgestelde rouw ervaar je vlak na het verlies een dierbare geen ruimte om te rouwen. Dat kan te maken hebben met verschillende dingen, bijvoorbeeld een ouder die zich groot wil houden voor de kinderen. Of andersom, kinderen die niet over het verlies kunnen praten en hier op latere leeftijd last van krijgen. Soms is er meer zelfbewustzijn nodig om het verlies aan te gaan.
Hoe ontstaat uitgestelde rouw?
Uitgestelde rouw ontstaat omdat mensen verwachten dat de rouw later in hun leven effectiever is. Bijvoorbeeld omdat ze beter weten wie ze zijn, wat ze willen, meer zelfkennis hebben en meer levenservaring hebben opgedaan. En misschien zijn er dan wel bepaalde talenten en vaardigheden ontwikkeld die het rouwen makkelijke maken. Uitgestelde rouw is ook een innerlijke belofte dat je het leven later oppakt. Deze belofte geeft je rust en ruimte om naast het verlies verder te gaan met je leven.
Rouwen gaat bij iedereen anders
Heb jij te maken met uitgestelde rouw? Neem het jezelf niet kwalijk. Rouwen is een ingewikkeld proces dat bij iedereen anders gaat en dat iedereen op zijn eigen tempo doorloopt. Expert Lonneke Lenferink zegt daarover: “Het goede nieuws is dat niemand het goed of fout kan doen.” Hieronder vind je nog een aantal tips om jou te helpen bij het rouwen.
Rust, ontspanning en sociaal contact
Zorg goed voor jezelf. Het klinkt heel logisch, maar zo vanzelfsprekend is het vaak niet. Rouwen is een intensief proces dat veel energie kost. Neem daarom genoeg rust, doe dingen die je leuk vindt en die zorgen voor ontspanning. Hou een regelmatig slaapritme aan, eet gezond en beweeg regelmatig. Blijf ook in contact met de mensen om je heen en voorkom dat je jezelf isoleert.
Praat over je gevoelens
Probeer met je partner, vrienden, familie of collega’s te praten over wat je is overkomen. Als je dat moeilijk vindt kan je ook contact opnemen met de huisarts, deze kan je doorverwijzen naar de POH-GGZ. Dit is iemand met kennis en ervaring van de geestelijke gezondheidszorg, diegene is aangesloten bij je huisartspraktijk. Hiervoor heb je dus geen doorverwijzing nodig naar een externe GGZ-instelling. Praten met iemand kan erg opluchten. Je kan je ook aansluiten bij een lotgenotengroep.