Onderzoek rouw na MH17

Op drie verschillende universiteiten in Nederland houdt onderzoeker Lonneke Lenferink zich bezig met onderzoek naar de vraag welke behandeling nodig is om te voorkomen dat nabestaanden langdurig getraumatiseerd blijven. Vorig jaar publiceerde ze met haar team over de effecten van EMDR-therapie en cognitieve gedragstherapie op het rouwproces bij nabestaanden van slachtoffers van de MH17-ramp. Een uniek onderzoek, waarin ze de nabestaanden van de 193 Nederlandse inzittenden tot op de dag van vandaag volgt.


Bij de aanslag op de MH17 in 2014 verloren veel mensen één of meerdere dierbaren. Het zette hun leven op z’n kop en veroorzaakt tot op de dag van vandaag immense stress. Om de hulpverlening en ondersteuning van slachtoffers van toekomstige rampen te verbeteren, ondersteunt Fonds Slachtofferhulp verschillende onderzoeken. Onderzoekster Lonneke Lenferink vertelt hierover aan journalist Nadia Thiel van EMDR magazine.

Hoe hangen PTSS en complexe rouwklachten met elkaar samen?

“Ik onderzoek het rouwproces van mensen die plotseling een dierbare verloren zijn. Dit kan het gevolg zijn van een ongeluk, misdrijf of vermissing. Het verwerken van verlies gaat vaak gepaard met een complex geheel aan gevoelens, gedachten, herinneringen en gedragingen. Wanneer er sprake is van moord of doodslag kan het rouwproces nog ingewikkelder zijn.
Gevoelens van angst, boosheid of ongeloof kunnen het dagelijks leven van de nabestaande behoorlijk op zijn kop zetten. Nabestaanden krijgen vaak ook te maken met politieonderzoek, rechtszaken en media-aandacht. Rouwklachten kunnen behoorlijk ingrijpen op he leven van de nabestaande. Wanneer na zes tot twaalf maanden hevige rouwklachten aanhouden, kan er sprake zijn van verstoorde rouw en kan gespecialiseerde hulp uitkomst bieden.”

Hoe kwam je in contact met nabestaanden van de MH17-vliegramp? En wat zijn jullie gaan onderzoeken?

“In nauwe samenwerking met Slachtofferhulp, Stichting  Vliegramp MH17 en de politie zijn we in contact gekomen met nabestaanden van de vliegramp. Van alle Nederlandse inzittenden heeft tenminste één nabestaande deelgenomen aan ons onderzoek. In de afgelopen zeven jaar hebben we intensief contact met ongeveer 200 nabestaanden. Als onderzoeksgroep zijn ze vrij uniek. Zo is iedereen op hetzelfde moment nabestaande geworden. Bij een ramp als deze ontstaat er een soort collectieve rouw, waarbij er ook veel media-aandacht is. Alle nabestaanden hebben hiermee te maken. Daarmee zijn bepaalde omgevingsfactoren voor het rouwproces gelijk. Onlangs is spreekrecht geboden aan de nabestaanden in de rechtszaak tegen de verdachten in de MH17 ramp. Wij onderzoeken momenteel wat de impact hiervan is op het rouwproces van nabestaanden.
We weten dat één op de twee mensen die met traumatisch verlies te maken krijgen, klachten kan ontwikkelen. Dit kan gaan om posttraumatische stressklachten of verstoorde rouwklachten. Je kunt je bijvoorbeeld voorstellen dat nabestaanden last kunnen krijgen van beelden van hun dierbare in nood. Ook omdat een ramp zich zo plotseling voltrekt en er geen ongeschonden
lichaam is om te bergen, kan het rouwproces er anders uitzien. Wij zijn geïnteresseerd in vele dingen, onder andere in wie er vastlopen in klachten. En hoe zijn deze mensen het beste geholpen? Zo hebben we gekeken naar de invloeden van EMDR-therapie en CGT op de klachten van nabestaanden.”

 

“Als onderzoeksgroep zijn ze vrij uniek. Zo is iedereen op hetzelfde moment nabestaande geworden. Bij een ramp als deze ontstaat er een soort collectieve rouw, waarbij er ook veel media-aandacht is.”
– Mw. dr. Lonneke Lenferink –

Jullie vonden geen effect van deze behandeltechnieken ten opzichte van de controlegroep. Was je teleurgesteld in dit resultaat?

“Maar we vonden wel dat de klachten afnamen bij de nabestaanden die cognitieve gedragstherapie en EMDR-therapie geboden kregen. Dat is op zich een mooi gegeven. Het verschil van afname in klachten met de controlegroep was in onze studie niet significant. Er zijn verschillende mogelijke verklaringen hiervoor. Wellicht had de controlegroep ook toegang tot bepaalde resources, die we niet meegenomen hebben in de studie. Ik ben vooral benieuwd wat er gebeurt als we een grotere onderzoeksgroep hebben. Wellicht vind je dan ook meer effect. In deze studie (Lenferink e.a., 2020) hadden we maar 39 mensen. Wat we absoluut niet willen is mensen iets bieden dat niets doet, of misschien zelfs schadelijk is.”