“Het goede nieuws is, dat niemand het goed of fout kan doen. Rouwen is een heel persoonlijk proces, dat voor iedereen anders is en dat iedereen in zijn eigen tempo doorloopt. En daar kan van alles bij komen kijken. Verdriet, boosheid, angst, verlangen, concentratieproblemen, het vermijden of juist koesteren van spullen die aan de dierbare doen denken. Sommige mensen huilen heel veel en zoeken veel troost bij vrienden en familie, terwijl je aan anderen niet zo heel veel merkt.
Anders wordt het, als de klachten maar niet weg gaan. Je kunt dan last hebben van een complexe rouwstoornis. Er is sprake van een complexe rouwstoornis wanneer normale rouwreacties – zoals intens verdriet, eenzaamheid, boosheid en moeite met acceptatie van het verlies – zodanig heftig zijn en lang aanhouden dat deze het dagelijks leven verstoren. Uit onderzoek blijkt dat dit soort klachten zich voornamelijk ontwikkelen na een zogenaamd ‘uitzonderlijk verlies’ – zoals moord, suïcide of als gevolg van een ramp. Dat heeft te maken met dat het wereldbeeld van iemand verstoord is. Je hebt het idee dat de wereld veilig en voorspelbaar is. Dan stapt een dierbare simpelweg de deur uit en wordt aangereden. Die confrontatie en dat kapotgeslagen wereldbeeld maakt dat je moeite kunt hebben met het verwerken van verlies en daardoor een verhoogde kans hebt op het ontwikkelen van klachten.
De drempel om hulp te zoeken bij rouwklachten is vaak hoog. Veel mensen denken dat het er allemaal ‘gewoon’ bij hoort. Terwijl hulpverlening wel degelijk uitkomst kan bieden. Als je twijfelt of je baat hebt bij hulp, kun je de rouwmeter doen, een laagdrempelige, gevalideerde online zelftest. De rouwmeter geeft je een eerste indicatie om te denken ‘Moet ik hier iets mee?’ of juist ‘Het gaat relatief best wel goed’.”