In haar boek vertelt ze het ongelofelijke verhaal over de zinloze moord in 2009 op haar beste vriend en geliefde Basz Zwijsen. Beschreven vanuit haar gevoelswereld. We gaan met Laurie in gesprek over haar boek en hoe het nu met haar gaat.
Zeven maanden voor de moord op Basz, hadden Laurie en de goedlachse horecaondernemer elkaar nét weer teruggevonden na een driejarige relatie een aantal jaar geleden. Alle twee ondernemend, dol op het leven en op elkaar, besloten ze vol voor hun relatie te gaan. Naast zijn horecaonderneming verhuurde Basz een aantal panden. En daar ging het mis op de avond van 31 augustus 2009. Een zestienjarig meisje dat eerder met een vals opgegeven leeftijd een woning probeerde te huren van Basz, had hemonder valse voorwendselen naar haar studentenhuis gelokt. Er ontstond een ruzie met de zwakbegaafde vriend van het meisje en Basz werd voor Laurie’s ogen neergeschoten. Die dag veranderde Laurie’s leven voorgoed.
Al vier maanden na de dood van Basz begon je met schrijven. Was het voor jou een belangrijk onderdeel van je rouwproces?
“Het was zó ontzettend schokkend. Zo ver weg van mijn realiteit. Ik kom uit een heel gewoon gezin en dan is er daar ineens moord. Daar komen zo veel lagen bij kijken, daar heb je geen idee van, totdat het je gebeurt. Ik moest het wel opschrijven. Ik kwam er met mijn woorden alleen niet uit. Ik werd helemaal verzwolgen door wat er van binnen bij me gebeurde. En toen ben ik op een gegeven moment achter mijn laptop gaan zitten. Die ging niet meehuilen, had geen oordeel, voelde zich niet ongemakkelijk. Daar kon ik mijn verhaal kwijt. Dat was wel een beetje mijn vlucht.”
Was het voor jou ook een stukje controle terugpakken in de chaos?
“Een beetje wel. Natuurlijk deelde ik ook met vrienden wat er in me omging. Maar toch, voor mensen die het niet hebben meegemaakt, is het gewoon niet te bevatten hoe het voelt dat je zelf rent voor je leven terwijl je vriend net is neergeschoten. Je lijf dat roept: ‘je moet weg hier. Nu.’ En je hoofd dat schreeuwt: ‘Ja maar Basz dan, ik kan hem toch niet alleen laten.’ Er gebeurt zo veel in een hele korte tijd, dat komt gefragmenteerd terug. Zelfs nu, 13 jaar later kom ik nog wel eens een stukje tegen dat ik weggestopt had. Omdat het eerder te veel of te eng was om onder ogen te komen. Je laat het alleen in stukjes toe om het te kunnen behappen.”
Het schrijven was in eerste instantie voor jezelf. Nu heb je besloten om het boek uit brengen. Is dat niet een grote trigger voor je? Mensen spreken je er op aan, je geeft interviews.
“Eerlijk gezegd levert het soms wel stress op, om er over te praten. Maar ik wil tot in de kern accepteren wat er is gebeurd. En ik voel me enorm geroepen om iets over rouw te delen. Ik vind het nog zo een onbesproken thema. De omgeving vindt vaak dat je na een paar maanden weer door moet. Terwijl ik weet dat het nog steeds mijn dagelijks leven beïnvloedt. De rouw, het verdriet is als een ongenode gast die steeds opduikt en maar niet weggaat. En er tegelijkertijd ook mag zijn.”
Wat waren de reacties op je boek?
“Ik heb veel hartverwarmende reacties gekregen van mensen. Ik ben altijd weer geraakt door een reactie, het werkt helend voor mij. Het mooiste compliment kreeg ik van mijn oudste zus. Na het lezen van het boek vertelde ze me dat ze nu pas begreep wat rouw betekent. Hoe ik die eerste periode heb ervaren. Dat raakt me. Zeker omdat ik toen niet het vermogen had om uit te leggen wat er allemaal met me gebeurde. In het boek kon ik het achterste van mijn tong laten zien. Ik wil mensen graag uitnodigen om het te begrijpen.”
Werkt je boek daarmee ook verbindend?
“Op een bepaalde manier wel. Dertien jaar geleden kon ik zelf niet vertellen wat er door me heen ging. Het is een hele eenzame reis geweest.”
Als je terug gaat naar die periode vlak na de moord, heb je de hulp gekregen die je nodig had?
“Ik denk niet dat ik wist wat ik nodig had. Ik heb lang contact gehad met een casemanager van Slachtofferhulp Nederland, zij heeft me enorm geholpen. Het vinden van professionele psychologische hulp was lastiger. Na een mislukte poging, de klik was er niet, trof ik een vrouw met wie ik wel wat dieper kon gaan. Maar ook nu ben ik nog aan het kijken of er iets is wat ik kan doen. Of er nog een laagje spanning af kan.”
En hoe zat met steun vanuit je omgeving?
“Zonder mijn vrienden was ik er denk ik niet meer geweest. Ik had het op dat moment ook niet erg gevonden om dood te gaan. Als ik niet meer wakker geworden was, dan was ik gelukkig. Dat wil niemand horen, daar mag je het niet over hebben. Maar ik zei het wel. Mijn vrienden hebben me enorm gesteund. De eerste maanden heeft een vriendin me letterlijk gevoerd. Ik lag alleen in bed, ik at niets. Mijn zus is direct bij me gekomen en ging overal mee naartoe. De politie, de begrafenis, ze week geen seconde van mijn zijde. Ik heb echt veel liefde en warmte gekregen. Ik kon dat toen niet zo goed zien, maar als ik terugkijk, heeft mijn omgeving me echt enorm goed opgevangen. Natuurlijk ben ik ook vrienden kwijtgeraakt, voor wie het gewoon te heftig was. En dat is ook begrijpelijk. Of die er moeite mee hadden dat het alweer dáár over moest gaan.”
De titel van je boek verwijst naar je liefde voor de natuur. Wat heeft de natuur voor je betekend in je rouwproces?
“In de natuur is er leven en dood en alles is goed. De natuur rouwt niet. De natuur zijn wij. Een omgevallen boom wordt in een andere vorm weer opgenomen. Als kind wroette ik al graag in een moestuin. Na de dood van Basz heb ik dagen en nachten buiten doorgebracht, in de natuur. Als de zon opkwam en die in mijn gezicht scheen en de wind de waaide langs mijn wangen, dan moest ik huilen van ontroering. Daardoor weet ik dat ik niet depressief was in die tijd. Ik voelde me verbonden met alles en verbonden met Basz. Ik heb zes jaar in het bos gewoond, daar is mijn dochter [uit een latere relatie, red.] ook opgegroeid. Helaas heb ik nu niet de middelen om in het bos te wonen en dat mis ik echt.”
Is dit ook wat je aan andere mensen zou willen meegeven, die rouwen: ga de natuur in?
“Mijn droom is om in het bos een soort retraite te openen met paarden, speciaal voor mensen die rouwen of andere levensveranderende ervaringen hebben meegemaakt. Iemand kan dan komen, zonder aanmeldprocedure of wachtlijst, en gewoon zijn. Ga maar zitten, ga maar voelen wat je nodig hebt. We weten het allemaal, als we het toelaten. Ik vind dat het tijd is dat er zo een plek komt.”
Vind je dat dan de gewone hulp tekortschiet?
“Nee, maar de reguliere hulp werkt niet voor iedereen. Niet iedereen is hetzelfde. Of je wordt geacht na een bepaalde periode ‘klaar’ te zijn met therapie en weer de oude te zijn. Ik zou juist een taboe willen doorbreken in hoe we met rouw kunnen omgaan. Ik benader helen van rouw vooral vanuit eigen ervaring. Mensen die zeiden dat ik het een plekje moest geven, dat ik door moest met mijn leven. Die clichés, die werkten niet voor mij. De rouw is niet iets buiten mij, wat ik kan wegleggen. Het is in mij, elke dag. Het leven wordt nooit meer wat het was, je raakt het nooit meer kwijt. Tegelijkertijd vormt de grootste shit de meest vruchtbare grond om iets nieuws te laten groeien. Die kant wil ik op denken en werken. Steeds weer opnieuw moet ik kijken: ‘wat voel ik, wat ik heb nodig’. Dat gaat niet meer over. En ik denk dat heel veel mensen hetzelfde ervaren. Als je wil, kun je weer leven. Dat is een bewuste keuze die je elke dag opnieuw maakt.”
Wil je het boek bestellen of meer weten over Laurie’s Stichting Toverbloemen? Bezoek dan hier haar website: Home – Stichting Toverbloemen